Syndroom van Down
Kinderen met het syndroom van Down.
Deze kinderen hebben vaak een eigen, specifieke manier van zich ontwikkelen en bewegen.
Ruim 20 jaar heb ik in het Down team van het Alrijne Ziekenhuis geparticipeerd, waar zich een van de 2 expertise centra van Nederland bevindt. Vanuit deze multidisciplinaire polikliniek begeleid ik ook veel kinderen in de praktijk.
De start van kinderen met het syndroom van Down is over het algemeen al anders. De kinderen voelen in aanvang vaak slap aan, hebben vaak drinkproblemen en/of bepaalde aangeboren afwijkingen. De start is dan ook vaak in het ziekenhuis.
Bijzondere motorische kenmerken zijn vaak, behalve de lagere spierspanning, ook het losser zijn van de banden en daarmee de verminderde stabilisatie van de gewrichten. Dit heeft invloed op de motorische ontwikkeling van het kind. Deze verloopt, behalve vertraagd, ook vaak anders.
Bij de oudere kinderen valt bijvoorbeeld de angst om bewogen te worden op, de moeite met het handhaven van evenwicht en de balans, het brede gangspoor met lopen, de moeite met het leren/durven fietsen ed.
Daarnaast zijn onder andere het verstandelijk vermogen van het kind, de visus en het gehoor, de communicatiemogelijkheden, de prikkelverwerking en dergelijke, mede bepalend voor de mogelijkheden van de ontwikkeling van het kind.
Al deze aspecten worden in de kinderfysiotherapeutische benadering en behandeling meegewogen in de begeleiding van het kind en advisering aan de ouders.